Politici beweren van alles tijdens de verkiezingscampagne. Pointer belicht migratiemythes, de noodzaak van kernenergie en de bestemming van klimaatsubsidies.
Partij voor de Dieren zegt dat het verbouwen van veevoer veel grond kost: vier keer meer dan wanneer we alleen mensen zouden hoeven voeden met hetzelfde land. Klopt dat?
Behalve misinformatie zien we in campagnetijd ook veel drogredenen voorbijkomen. Hoe werken deze debattrucjes waarmee politici hun tegenstanders en het publiek afleiden?